Traject 3: Chartres - Ingrandes 268 km

De camping in Chartres is gezellig druk, er staan opvallend veel vakantiefietsers en dat geeft meestal aanleiding tot contact. Echter geen medepelgrims. Voor alsnog komen we deze niet tegen. De rustdag blijkt zeer welkom te zijn en wordt ten volle benut. De dag staat vooral in het teken van rustig opstarten, kleding wassen, fietsencheck, fysieke ongemakken verzorgen, boodschapjes doen en uiteraard een bezoek aan de oude Romeinse stad Chartres. Het hoogtepunt, de kathedraal, heeft 176 gebrandschilderde ramen en buiten zijn meer dan 8000 sculpturen te zien. Een indrukwekkend geheel. St.Jacques staat prominent afgebeeld.

Na de rustdag zijn de spiertjes en het lijf wat stram geworden en na het opslaan van ons kamp, hebben we moeite meteen te starten met een klim. Het is nog steeds mooi zonnig weer. De komende dagen volgen er vooral veel landelijke wegen, graanvelden en rivierengebieden. We passeren voor de tweede keer een man die van fietsen een way of living heeft gemaakt. Hij is maanden onderweg en slaapt in het wild. Zo langzaamaan komen dit soort ontmoetingen met medefietsers steeds meer voor.

Dag tien, koffie in Bonneval,  zoals iedere dag ons eerste rustmoment, met een bezoek aan de oude gotische Notre Dame die enigszins verzakt is. De route loopt door Châteaudun, waar een elegant kasteel te bezichtigen is.

We fietsen langs, over en door het dal van de Loire, betoverd door de schilderachtige landhuizen en mooie groene omgeving. Dit is totaal anders dan kilometers door droge uitgestrekte graangebieden...We voelen ons goed en trappen lekker door. Als de benen een goede dag hebben, kun je ze beter hun  werk laten doen.

De grote Jacobsschelp boven de ingang van de kerk en een oud beeld van St.Jacques in Cloyes-sur-le-Loir stralen uit dat dit een etappeplaats voor pelgrims moet zijn. Mooi vestingstadje. Helaas treffen we einde dag een gesloten camping in Pezou en fietsen we genoodzaakt door naar Vendôme.

Vendôme, een stad waar diverse legendes de ronde gaan en als gevolg hiervan een bedevaartsoord. Prachtige houten huizen, een mooie abdijkerk en een houten St.Jacques sieren de binnenstad. Een Frans ontbijtje en een leuke ontmoeting met een stel die een deel van de route tegendraads fietst, maken het een goed begin van de dag.

Klimmetjes, landbouwgebieden, Middeleeuwse dorpjes, grotwoningen, watermolens, oude spoorbanen en grote rivieren zoals de Loire en de Brenne. Het komt allemaal voorbij op dag elf. We hebben het beide zwaar. De lucht is zo vochtig, er hangen dicht bepakte wolken boven ons hoofd. Er zit nauwelijks zuurstof in de lucht. De wind neemt toe en regelmatig valt er een bui. Regenpakjes komen te voorschijn.

We naderen Tours en na een kort bezoek aan de indrukwekkende kathedraal St.Gatien, waar St.Jacques afgebeeld staat op een schitterend gebrandschilderd raam, barst het boven ons los. Er lijkt wel een rivier van water te ontstaan in de drukke straten van de stad. Het is een hele toer door Tours heen te fietsen op zoek naar een camping. Inmiddels fietst er een verdwaalde medevakantieganger achter ons aan. Op de camping, nat tot op het bot, krijgen we een eenvoudige tent aangeboden die al opgezet is inclusief veldbedjes. Wat een geschenk! We sluiten de avond af met pizza en wijn en slapen als rozen!

Dag twaalf begint met een pittige klim direct na het verlaten van de camping. Onze spullen zijn nog vochtig, maar gelukkig wordt het later zonnig. Er staat voornamelijk wind, heel veel wind en alleen maar wind tegen. Een groot nadeel van het eenrichtingsfietsen is dat je die tegenwind nooit mee hebt.

Het landschap blijft glooiend, afgewisseld met wat bos en verder akkers. We passeren wat pelgrimsplaatjes zoals het lieflijke Ste.Catherine-de-Fierbois waar Ronald een duif redt uit het portaal van de kapel. De route loopt door het groene dal van de rivier de Vienne en is erg mooi. We genieten volop ondanks het gebeuk tegen de wind.

In Ingrandes-sur-Vienne pitchen we de tent op het terrein van een mooi oud landhuis. Zo langzaamaan naderen we Zuid-Frankrijk.